Magazine Mensenkinderen

Magazine Mensenkinderen

Magazine Mensenkinderen

Education on Tour: grenzen voorbij, in een camper van acht vierkante meter

16 juni 2018 – een artikel voor Mensenkinderen door Geert Bors

“Wat een reis! Zijn jullie nou superintelligent of knettergek?” Met die tongue-in-cheek openingszin verwelkomde een Zweedse leraar Ronald Heidanus en Inge van de Goor met hun drie kinderen in zijn klas. In januari vertrok het gezin naar Scandinavië. De naam van hun onderneming? Education on Tour. Hun missie? Op zoek naar ‘the essence of education’. Geert Bors onderhield regelmatig contact met de reisgenoten en had halverwege de tocht een skypegesprek. Dit is deel 1 van een tweeluik.

Het is vrijdagochtend, 26 januari, als Ronald Heidanus bezig is met de puntjes op de i voor de grote roadtrip met zijn gezin aanvangt: met zijn vrouw Inge van de Goor en hun drie kinderen Feie (11), Jonah (9) en Leiah (6) trekt hij een half jaar noordwaarts. In een camper met acht vierkante meter leefruimte. Nee, het zijn niet de koffers (één per persoon) die nog in de camper moeten, het gaat om de allerlaatste details: Ronald wil nog heel even Tilburg in om stickerverwijderaar te halen om de oude belettering van hun voertuig te halen. Daarna staat er alleen nog maar ‘Education on tour’ in fraaie letters op de flanken en kan de motor aangezwengeld worden.

De grootste klus in de voorbereiding was misschien wel het overtuigen van de leerplichtambtenaar. Zelfs twee formeel opgeleide leraren (Ronald werkt onder andere in het speciaal onderwijs en Inge is kunstdocente in het vo) mogen van de Nederlandse wetgever niet zomaar hun eenmaal ingeschreven kinderen uit school houden. En dus heeft het stel de methodes overlegd die ze zullen gebruiken voor het bijhouden van de Nederlandse leerstof, en gaan ze zorgvuldig om met de wettelijke ‘inschrijf- en aanwezigheidsplicht’ die geldt voor scholing in het buitenland (‘artikel 5 onder c’) en worden er officiële contracten getekend door de bezochte scholen, die in Denemarken, Zweden en Noorwegen zullen worden aangedaan.

“De kinderen komen niet meer thuis”, zegt Ronald, “Wij rijden straks naar hun school en dan, om 13.40 nemen we ze mee naar buiten en zwaaien alle klassen ons uit – zo gaan we symbolisch weg van hun vertrouwde Montessorischool en glijden we de reis in. Na het weekend kloppen we dan aan bij de eerste school. Meteen een interessante: het is een Deense school, maar wel in het Noord-Duitse Schleswig-Holstein, ooit zwaar bevochten terrein tussen de Denen en de Duitsers. Een mooie poort tot Scandinavië. Op zo’n school net buiten de Deense grens moet vast al iets zichtbaar worden van hoe onderwijs in Scandinavië eruitziet.”

Wakker worden bij min 3

Inmiddels is het 7 mei. Het avontuur Education on Tour is halverwege. Het span is gearriveerd in het Zweedse Karlstad, waar een school met de stromen Montessori, traditionele jaarklassen en speciaal onderwijs, de deuren wijd opengeslagen heeft voor de Nederlanders, zoals veel scholen dat al gedaan hebben: “Welkom”, brak ergens een leraar het ijs, “Wat een reis! Óf jullie zijn hartstikke intelligent óf jullie zijn knettergek. Welke van de twee is het?” Eerst maar even de harde cijfers: “We zijn 98 dagen op weg. We hebben 60 schooldagen gehad. Bijna 5.000 kilometer gereisd. 9 scholen bezocht en op 17 plaatsen overnacht.”

Wie op Facebook of Twitter de reis gevolgd heeft, weet dat het dagen met ups en downs zijn geweest: van ijskoude nachten in de winter die pas in februari echt intrad (het was ’s ochtends min 3 in de camper) en een gezin dat collectief in de greep raakte van een heftig buikvirus, tot prachtige plaatjes van Scandinavische landschappen, drone-beelden hoog boven scholen en enthousiaste verslagen over the little differences met Nederland – kleine maar veelzeggende observaties over bijvoorbeeld het ontbreken van snoepautomaten, maar de alomtegenwoordigheid van zelf te tappen koud water in de scholen.

Inge en Ronald nemen de tijd om via Skype de balans op te maken. Ronald: “Een zoektocht naar the essence of education, zo hebben we onze reis genoemd. Ons uitgangspunt bij vertrek was dat vooral ik even klaar was met het onderwijssysteem in Nederland. Er is altijd veel discussie over de vorm – vanochtend op Twitter weer over leraren in korte broek – maar er beweegt weinig en er zijn weinig mensen die verantwoordelijkheid durven nemen.” Ja, dat klinkt negatief, zegt hij, maar zo bedoelt hij het niet: “Als je namelijk midden in de waan van de dag zit, dan komt het onderwijs over je heen en dan is het wat het is. Ik denk dat het grootste thema is waarmee het onderwijs in Nederland worstelt, of ik in elk geval: je bewust leren zijn van alles wat je doet. Je innerlijke houding tot uitgangspunt maken: wat ligt er aan mij? Wat kan ik nu doen? Waar kan ik verantwoordelijkheid voor nemen? Ieder kind wil leren en ieder kind wil bij de groep horen, net als leerkrachten overigens.”

Ze merkten op in Deense scholen dat het leertempo er behoorlijk laag leek te liggen. “Hoe meet je nou waar je kinderen zijn?”, vroegen ze de leerkracht. “Meteen toen we het vroegen, vond ik het een heel Nederlandse vraag. Zo’n typische vraag naar meten, naar de vorm en het gemiddelde”, zegt Ronald. Inge vult aan: “We kregen te zien hoe anders ze hier omgaan met het kijken naar leertempo. Al tijdens de ‘gathering’ – de ochtendbijeenkomst –stelt de leerkracht vragen die de motivatie van de kinderen wakker schudden. En ze spreiden hun leerpad hier, als team, uit over negen leerjaren. Dan kan ieder kind ook meer werken in zijn eigen tempo. Dan maakt het niet uit of je na leerjaar 1 alle leerstof al precies beheerst. Dat geeft zoveel rust.”

Waar hadden we het over?

Dat Scandinavië de vindplek voor de essentie van onderwijs moest worden, heeft een lange geschiedenis, die teruggaat op het begin van de band tussen Inge en Ronald, in 2004: hij speelde in een band, die zij trouw volgde. Van het een kwam het ander, en opeens was er iets dat je verkering kunt noemen. En toen kreeg Ronald die klus om een Zweedse band in Stockholm te gaan ophalen, om ze naar een Utrechtse studio te brengen. “Ga je mee?, vroeg ik Inge, toen we een week iets hadden. Ik moest die avond zelf nog spelen in Eindhoven. Om 23.00 pakten we de bus en reden we samen naar Zweden, de hele nacht door. 24 uur samen in de bus. Ik herinner me hoe we ’s ochtends de boot namen in Helsingør.”

“Ja? Dat weet ik niet meer”, zegt Inge. “Maar op die reis is wel onze basis gelegd. Ik kan me het landschap nog goed herinneren. Het was begin november, en al superkoud en vroeg donker. Er groeide meteen een fascinatie voor dat land. Stockholm is een stad waar we vaker zijn geweest, ook met de kinderen. Een stad met een fijne energie.”

Is het woord ‘onderwijs’ op die eerste reis al gevallen? “Dat weet ik niet meer”, mijmert Ronald en kijkt Inge aan. “Ik kan me niet voorstellen dat we het er níet over hebben gehad”, zegt ze. “Het boeide ons beiden. Ik was al docent en jij was een tijdje gestopt met de Pabo, vol met muziek bezig, aan het twijfelen hoe je die opleiding af kon maken – zo ingewikkeld als jij het toen al vond je te conformeren aan het methodisch handelen en hoe je de uitdaging miste.” “Ja”, antwoordt Ronald, “Het ging er zo weinig over de inhoud, over het pedagogisch-didactisch handelen. Ik was bij mijn opleiding tot klassenassistent al vaak ingevallen op een zml-school, als mijn stagebegeleider ziek was, en ik had er heel veel praktische kennis opgedaan. Met die kinderen kom je héél dicht bij waar het echt om gaat: het zijn kinderen met beperkingen, met wie je op zoek gaat naar hun talenten om hen de kans te geven op een volwaardige plek in de samenleving. Ze leerden mij finetunen, ze leerden me hun perspectief in te nemen, te leren zien wie zij waren. Op de Pabo kon ik dus zo het ene na het andere voorbeeld over de pedagogische relatie oplepelen, maar daar ging het daar helemaal niet over.” “Waar we het wél in die 24 uur over hebben gehad…”, breekt Inge in: “Kinderen!”

About the Author

Leave a Reply

%d bloggers like this: