De kop is eraf; de eerste twee weken van onze onderwijsreis zitten er op.
In het Deense vakantiehuisje en aan tafel onder dé lamp van Poul Henningsen maak ik een balans op. Van het kunstonderwijs tot nu toe.
Onze reis door Denemarken, Zweden en Noorwegen is een onderzoek, een fenomenologische ontdekkingsreis, naar wat er aan de basis ligt van de opvoeding en het onderwijs in deze landen. Daar zijn wij als leerkracht/docent, als ouders én ook als mens nieuwsgierig naar. Met een onderbuikgevoel. Het kan ook anders, maar hoe? Het roept meer vragen op. Zoals ‘wat is écht belangrijk?’
Wij zijn als gezin met drie kinderen in een camper met en naar de Noorderzon vertrokken. Niet voor altijd, zoals het originele gezegde lijkt te willen vertellen, maar om terug te komen met een bak aan inspiratie. Voor onszelf in onze eigen onderwijspraktijk, om onze opvoeding te verrijken en om alle inspiratie te delen met iedereen die het wil weten. De reis als beweging. Voor iedereen in het onderwijs, mensen die kinderen opvoeden en wellicht ook beleidsmakers. We hebben overigens geenszins de pretentie de cultuur van Nederland te veranderen. Inzichten te kopiëren en bij terugkomst te plakken. Het gaat ons om de inspiratie dat bij ons leidt tot het bewust worden en -zijn.
Een van mijn specifieke vragen die ik graag beantwoord zou hebben is; hoe zien de lessen beeldende vorming er uit. De inrichting van het kunstonderwijs. En eigenlijk nog breder: Welke plek heeft creativiteit in het Scandinavische onderwijs? Wat verstaat men in Scandinavië onder creativiteit?
Tot nu toe, in de afgelopen twee weken, hebben we drie Deense scholen bezocht:
De A. P. Møller Skolen; een Deense school op Duits grondgebied voor leerlingen van 12-18,
Arrild Private Skole; een Deense school voor leerlingen van 6-15 jaar en
Rejsby Europæiske Efterskole; een (10e) tussenjaar waar studenten van 15-18 jaar één jaar in school zijn en intern verblijven.
Op maandag 29 januari stapten we de A. P. Møller Skolen in het nabij de Deense grens liggende Schleswig in Duitsland binnen. Ruimte, licht en transparantie; een school dat rust ademt. Architectuur die is gekozen om het beste uit onderwijs te halen. Van akoestiek tot waar letterlijk ruimte is voor en om te leren. Ingericht met duurzame meubels van Deens design. Echter op het eerste oog niet direct gezellig ogend. Eerder een steriele uitstraling.
De docent beeldende vorming is vandaag thuis. Ze is ziek. Toch ga ik op onderzoek uit. De gang waar de lokalen voor beeldende vorming zich bevinden zijn donker en de deuren gesloten. De volgende dag brandt er wel licht en zijn er warempel twee klassen aan het werk. In de ene klas zijn leerlingen bezig om houten tonnen te beschilderen. Deze tonnen zijn door de school gekocht en worden na het decoreren gevuld met snoep en tijdens carnaval traditioneel in stukken geslagen. Ook worden er spaarvarkens geboetseerd, dit om kennis te maken met het materiaal, klei, en de bijbehorende techniek. Er is geen ander materiaal voor handen!? Wanneer ik er naar vraag zegt de docente dat er wegens bezuinigingen geen andere materialen, naast boetseerklei, gekocht zijn.
In het naastgelegen lokaal is een groepje leerlingen een stopmotion filmpje in elkaar aan het zetten. Dit doen ze met behulp van zelfgemaakt kleipoppetjes en een tekening op A4 als achtergrond. “Well, it’s below their level,” zegt de docent. “But then I have time to prepare my next lesson”. Huh!? Ok? Een verklaring over haar aanstelling als nieuwe docent een paar maanden geleden op deze school en het werk dat is blijven liggen van de vorige docent volgt. Hoe verhoud je jezelf als docent ten opzichte van je voorganger? Wat maakt dat je niet de ruimte neemt je eigen onderwijs inhoudelijk te vormen?
Een week later, op Rejsby Europæiske Efterskole, zie ik dezelfde spaarvarkentjes en houten tonnen weer opduiken. Rejsby Europæiske Efterskole is een school waar studenten na het funderend onderwijs kunnen kiezen voor een tussenjaar naargelang hun interesse. Om persoonlijk te ontwikkelen, intensief en vanuit eigen interesse lessen te volgen en hun kennis uit te diepen. Bijkomend ‘voordeel’, zoals de adjunct directeur in Rejsby zegt, is dat studenten fulltime intern naar deze school gaan en daardoor een betere band met hun ouders opbouwen. Zelfstandigheid ontwikkelen. Leerlingen kiezen een profiel, bijvoorbeeld economie of taal, en hebben hier een bijbehorend vakkenpakket bij. Beeldende vorming is een vak dat je er naast kunt kiezen en waar geen cijfer voor wordt gegeven. Een groot deel van de studenten op deze school kiest dit vak. Het lokaal bevindt zich echter in een soort zolderkamer van de school. Klein en weggestopt op de bovenste verdieping
Ook de zolder van Arrild Privates Skole is gedeeltelijk ingericht als handvaardigheidslokaal. In het midden van de ruimte met V-vormig dak en enkele dakkapellen, staan een aantal werkbanken tegen elkaar geschoven. Het vormt een groot blok. Rondom zijn er kasten en werkbanken met gereedschappen en machines. Een duidelijke ordening, van bijvoorbeeld de hamers bij elkaar, een kast met papiersoorten of een hoek om te schilderen, is er niet. Ik zie vooral hout en allerlei soorten papier en karton.
Door elkaar. Dat is ook hoe de leerlingen werken. Een aantal van hen maakt een collage op de voorkant van een oud boek. “The headmaster wanted to throw away those old books”. Nu dienen ze dus als achtergrond voor een collage. Een paar meisjes zijn bezig met brandschilderen. Een houten plankje met naam of spreuk voor op de deur van hun slaapkamer, is het idee. Een bewuste didactische doelstelling lijkt er niet te zijn. Het doet me denken aan de tijd dat ik als meisje van een jaar of 10 bij de hobbyclub in ons dorp zat.
Samenvattend, wat wij de afgelopen twee weken gezien hebben op de scholen heeft mij verrast en geïnspireerd. De manier waarop leerlingen en docenten met elkaar omgaan, de wederkerige relatie, en het rustige tempo dat uitgaat binnen het schoolsystemen. De verantwoordelijkheid die leerlingen voor zichzelf en elkaar dragen. Een aantal, volgens ons, positieve opvallendheden. En het kunstonderwijs? Creativiteit? Ik heb het nog niet echt gezien. Maar misschien leg ik de lat te hoog? Heb ik een verwachting die ik nog niet gezien heb? Wat ik tot nu toe zag is dat de leerlingen op de scholen vooral ambachtelijk bezig zijn, decoratief werken en veel van hetzelfde maken. Is dit creativiteit?
Leave a Reply