Toetsen, een last of een lust

Toetsen, een last of een lust

Toetsen, een last of een lust

Ze maken hier gewoon toetsen op de gang!? Dat doen ze bij ons op school nooit.” (Jonah)

Vandaag de derde dag op de A.P. Møller Skolen. Via Facebook zag ik een dag eerder een bericht voorbij komen. Zo’n bericht met een link erbij. Klik je erop dan zou de link je naar zeven tips leiden. Zeven tips om dé toetsenweek te overleven.

Blijkbaar is er íets nodig om een week vol toetsen te overwinnen. Te overleven zelfs. En fijn dat er dan wordt meegedacht. Voor je gedacht. Bedacht. Zeven tips. De rest mag je zelf doen. De inleidende tekst laat niets aan het toeval over: ‘Niet alleen leerlingen voelen zich gespannen vóór en tijdens de toetsweek, ook voor jou als docent kan dit een stressvolle tijd zijn. Hoe zorg je ervoor dat zowel je leerling als jijzelf een fijne toetsweek tegemoet gaat?’ Een fijne toetsweek, alsof het een lust is…

Wij zijn op reis door Scandinavië. En zo hebben onze kinderen in ieder geval geen ‘last’ van toetsweken. En sterker, we hebben ons als Education on Tour als doel gesteld om op zoek te gaan naar de essentie van onderwijs (en opvoeding). Dat brengt mij in de context ‘toetsen’ direct tot de vraag wat de essentie van toetsen eigenlijk is. Het maakt me nieuwsgierig naar het (hogere) doel van toetsen. Wat het de leerling/de student oplevert om getoetst te worden. En wat je als docent -of juist als student- eigenlijk wil weten. Wil toetsen.

Als ik terugblik op mijn verleden waren toetsenweken onderdeel van de schoolroutine. Ik had geen idee waarom we werden getoetst. Nou ja, voor het cijfer dan. Inhoudelijker dan een ‘weten wat is geleerd’ dacht ik niet. En behalve de lengte van de toetsen in tijd was ik me niet bewust van enig verband tussen de toetsen.

Wanneer ik al een inhoudelijke vraag stelde aan een docent vertelde deze eigenlijk altijd standaard dat goede cijfers nodig waren voor een vervolgopleiding. Als een soort van toelatingseis. En heel eerlijk: Als het over later ging dan haakte ik eigenlijk al direct af. Ik was niet bezig met de toekomst. Niet bezig met wat mij ergens te wachten stond.

En nu reflecterend is het wellicht deze verwachting, het ergens naartoe werken, wat mogelijk toch een belangrijke sleutel is!? Met enige motivatie werken aan wat mij ooit te wachten staat…

Toetsweken zijn een gruwel, ingesteld om zowel leerlingen als leraren slapeloze nachten te bezorgen. Martelwerktuig van onderwijsmanagers.’
Om nog maar te zwijgen van alle verloren onderwijstijd.’

Bij deze woordenwisseling onder de Facebookpost moet ik grinniken. Grinniken omdat deze reacties exemplarisch zijn voor de wijze waarop er in het onderwijs het debat gevoerd wordt. Serieus bedoeld of een luizenachtige karikatuur, het maakt niet eens uit. Het debat lijkt niet verder te komen dan de vorm, in dit geval de toetsweek. Een vorm die met de grond gelijk gemaakt wordt. Of dat dan weer genoeg grond oplevert om de dialoog te voeren over de inhoud is maar de vraag. Een tegenvoorstel of good practice als gemiste kans.

Wat wil er eigenlijk getoetst worden?
Zit er niet in iedere dialoog een vorm van ‘toetsen’?

Zelfs met het schrijven van dit blog ‘toets’ ik mijn gedachten met wat ik zie, heb ervaren en hoor.

De studenten op A.P. Møller Skolen vertellen me dat hun leerjaar in periodes is verdeeld. Wat steeds terug lijkt te komen is een afgeleide van de taxonomie van Benjamin Bloom. Slechts als vorm. Studenten refereren steeds naar drie niveaus; de theorie, het toepassen en het probleemoplossend denken/synthetiseren. Het kunnen verbinden met andere vakken, disciplines en contexten.

Richting het einde van de periode als er in het leerproces hiaten zijn, een student er minder ‘voorstaat’ en de theorie niet helemaal wordt beheerst, schrijven studenten een ‘essay’. Een klausul genoemd. (En nu maar hopen dat ik het goed schrijf, voor ik word afgerekend.) Je verdiept jezelf op die manier opnieuw in de theorie, vraagt hulp en construeert opnieuw de kennis. Mastery learning zoals één van de docenten het noemt. Dit doe je om zelf te weten of je klaar bent voor de examens. Het is een vorm van zelfevaluatie/-inzicht en absoluut geen teaching to the test verzekeren de studenten mij! Deze vorm draagt volgens hen én de docenten bij aan het ontspannen toewerken naar het behalen van de doelen. De examens als vorm.

Studenten vullen aan: “Docenten maken zelf de examens“. Dit zodat er ook echt getoetst wordt wat er is geleerd. Dat wat (nog) niet behandeld is wordt ook niet getoetst. Je weet dus als student welke onderdelen terug gaan komen in het examen. Geen methodetoetsen, geen verrassingen, maar een het synthetiseren van alle kennis.

Tot zover misschien geen nieuws. Maar wanneer de examens zijn gemaakt volgen zogenaamde ‘review‘-gesprekken met de docent. In de onderbouw (klas 7 t/m 10) met alle studenten in de bovenbouw, high school, ligt de verantwoordelijkheid bij de student. De docent is beschikbaar! Beschikbaar om de gemaakte examens een-op-een te analyseren en evalueren!

En ja daar is tijd voor! Tijd en ruimte door het effectief organiseren van instructiemomenten en het zelfstandig/samenwerkend verwerken van de inhoud. Onder docenten valt duidelijk op dat er geen stress wordt ervaren om iets in een bepaalde tijd af te ‘moeten’ hebben! Het leerproces staat centraal, zo krijg ik de indruk.

Studenten lijken enthousiast. Volgens hen voedt deze manier van werken hun motivatie. Er zijn hoge verwachtingen. En er wordt ook een beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid. Zij zijn er van overtuigd dat iedereen wil leren, maar tegelijkertijd dat niet iedereen dat op dezelfde manier doet. En ook dat niet iedereen geïnteresseerd is in dezelfde onderwerpen.

Bijvoorbeeld tijdens de Engelse les, waar een student benoemt dat hij niet geïnteresseerd is de literatuur in te duiken, maar wel weet dat hij dit wel nodig is voor zijn opdracht. De docent daagt hem uit om dat te lezen wat hem ondersteunt voor de opdracht. Voor zijn onderbouwing. Hij lijkt opgelucht.

Een ander voorbeeld en aanvullingen: Het werkt goed om samen te werken en om zelf je planning te kunnen maken.

In de lessen die ik heb mogen bijwonen -filosofie, Engels en Science- is de ontspannen wijze waarop studenten én docenten zich in de groep bewegen en hoe docenten in hun vak staan duidelijk zichtbaar en voelbaar! Met passie. Later blijkt waarom: Een kwart van het punt van de studenten wordt gebaseerd op ‘social competence and social interaction’, hun taakgerichtheid en gedrag. Sociale vaardigheden en sociale interactie lijken in de cultuur van de school geborgd. En het wordt gewaardeerd. ‘Getoetst’.

Het ‘toetsen’ van het totale leerproces. Van sociale competenties en interactie tot het begrijpen en toepassen van kennis. Is het, mocht dit de essentie van onderwijs zijn, dan nog nodig om een week vol te proppen met toetsen? Als het leerproces centraal staat, kan een ‘toets’ eigenlijk heel concreet zijn. Relativeert het de toetsen tot het zetten van ‘stappen’ om doelen te behalen. Weten wat er van je verwacht wordt. Met de verwachting dat de motivatie bij studenten groeit. De wederkerigheid ervan voedt de passie van docenten. En als de docent iedere les vol passie en liefde zijn kennis deelt wordt er vaker ‘getoetst’ dan wordt gedacht. Van of de leerling/student de instructie begrepen heeft tot het proces van het kunnen toepassen van de kennis en zich voorbereidt op het examen.

Het kan niet anders dat het gevoel van competentie groeit.
Of het zelfs zo ‘leuk’ vinden om te toetsen te maken dat het een lust wordt!?

Een utopie?

About the Author

Leave a Reply

%d bloggers like this: